TYPE: RONDWANDELING
Afstand: 12 km
Tijd: 3 uur
Zwaarte: gemiddeld
START-/EINDPUNT: Drakkar Outdoor Basecamp, Varmland, Sweden
We schrijven midden december 2024 en in tegenstelling tot vorig jaar, is het best warm. Er ligt nog helemaal geen sneeuw en het meer is niet bevroren. Het ideale moment om eropuit te gaan. Plan is om naar het Örtjärn te wandelen. Toen ik dit meertje vorig jaar tijdens een wandeling ontdekte, lag er best veel sneeuw en was het op sommige plaatsen best glad om te wandelen. Voor ik vertrek steek ik, naar goede gewoonte nog een flesje water en wat haverkoeken in mijn dagrugzak. Ook de wandelkaart gaat mee. Meestal maak ik in Zweden gebruik van de Sverigeserien – Topo50 kaarten van Norstedts. Deze wandelkaarten hebben een schaal van 1:50 000. Tegelijkertijd zet ik altijd of Strava of Komoot op. Dit keer kies ik voor de Komoot app.
Vanaf het Drakkar basecamp vertrek ik in noordelijke richting en neem de eerste straat rechts richting Ödebyn. In deze straat kon ik op een bepaald moment vorig jaar amper 200m wandelen – zo glad was het hier toen. Bij de eerstvolgende straat ga ik opnieuw rechtsaf richting Högstakan. En ook aan de volgende T-splitsing sla ik rechtsaf, richting Sörby. Vandaar wandel ik tot aan de kruising, waar ik beslis om linksaf te gaan, richting Sandtegen in plaats het voorgenomen plan naar Sörby. De slagboom die er staat, is gesloten, maar ik kan er te voet wel langs. Met een grote groep wandelaars zou ik dit niet gedaan hebben denk ik.
De weg is breed en op de kaart zie ik ook dat hij een aantal zijwegen heeft, waarlangs ik mijn route zou kunnen inkorten. Hoewel ik bij elke zijweg wel even check hoe laat het is en hoe lang ik over de afstand doe, neem ik nooit de verkorting maar wandel ik steeds rechtdoor. Achteraf las ik op de kaart dat ik onder andere voorbij ‘Dyvelsmossen’ ben gewandeld en ga ervan uit dat dit ‘duivelsmossen’ betekent. Volgens google translate betekent het Zweedse woord echter deuvel, een woord dat ik zelfs in het Nederlands niet ken en wat volgens de Van Dale ‘houten pin waarmede platen en planken van de bodem van een vat worden aaneen bevestigd‘, betekent. Ik hou het liever bij duivelsmos…
Op het punt waar de weg een bocht naar rechts maakt, krijg je meteen een prachtig uitzicht over een meertje: Rörtjärnet. Iets hogerop staat er ook een uitkijktoren. Het pad voert een klein stukje langs het meer en in de zomer is dit zeker een leuk picknickplekje. Iets verderop zie ik zelfs nog een bootje liggen.
Ik wandel verder langs het pad, dat eigenlijk al de terugweg is. Na een tijdje herken ik de omgeving: hier heb ik afgelopen zomer nog met een vriend gewandeld en ik herinner me dat ik een weggetje aan de linkerkant passeer dat naar het Örtjärn-meertje leidt. Vorige winter heb ik aan de andere kant van dat meer een wandelpad gevolgd. Een andere vriend vertelde me dat je, hoewel er geen echt pad is, langs het meer kunt doorkruisen om aan de andere kant bij dat pad uit te komen. Het kan daar echter behoorlijk drassig zijn. Terwijl ik verder wandel, overweeg ik of ik het zelf wil uitproberen.
Aan de splitsing aangekomen, besluit ik om het er toch op te wagen. Het eerste stuk is echt goed te doen want er is zelfs een pad zichtbaar. Maar al snel wordt het pad smaller, en denk ik nog net de sporen van een pad door het bos te onderscheiden. Ik volg deze sporen, maar die verdwijnen al snel, en het terrein wordt steeds drassiger. Toch wil ik niet omkeren. Als ik op Komoot zie dat het pad dat ik zoek niet ver meer is, besluit ik mijn weg door het bos voort te zetten. Ik wandel eerst een stukje verder naar boven om dan via een scherpe bocht rechtsaf naar beneden te buigen tot ik weer een glimp van het meer opvang. Vanaf dat punt wandel ik parallel aan het meer verder door het bos, terwijl ik me blijf oriënteren op het pad dat ik wil bereiken. En plots zie ik toch weer iets dat lijkt op een spoor. Om het echte pad te bereiken, moest ik het laatste stukje mijn weg banen langs ontgonnen bomen.
Ik ben nu weer op een vertrouwde, goed begaanbare weg, die uitkomt bij de kruising met de slagboom. Ik wandel nog voorbij een huis en mooie shelter die voor mijn gevoel privé is. Toen ik de kruising passeer, besluit ik mijn fluohesje aan te doen, want het begint al te schemeren. Er rijden hier niet enorm veel auto’s, maar veiligheid vind ik wel belangrijk. Minder dan een half uurtje later, sta ik weer bij het basecamp.
Wat ben ik blij dat ik de doorsteek toch gemaakt heb!